Vertalingen overhoopliggen NL>DE
overhoopliggen (ww.) | durcheinanderliegen (ww.) |
overhoopliggen (werkw.) | durcheinander sein ; verfeindet sein |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `overhoopliggen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dooreen liggenNL: harrewarrenUitdrukkingen en gezegdes
NL: met iemand
overhoopliggen
DE: (in onmin leven) mit einem zerfallen sein, sich mit einem entzweit habenNL: voortdurend met iemand
overhoopliggen
DE: (ruzie hebben) einem fortwährend in den Haaren liegenNL: met zichzelf
overhoopliggen
DE: mit sich selbst zerfallen sein