Vertalingen opvouwen NL>DE
opvouwen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɔpfɑuwə(n)] |
Verbuigingen: | vouwde op (verl.tijd ) heeft opgevouwen (volt.deelw.) |
door vouwen het oppervlak verkleinen -
zusammenfalten , zusammenklappen netjes opgevouwen lakens in de linnenkast - ordentlich zusammengefaltete Laken im Wäscheschrank |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
opvouwen (ww.) | falten (ww.) ; falzen (ww.) ; umfalten (ww.) ; zusammenfalten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `opvouwen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: inklappenNL: opwindenNL: vouwen