Vertaal
Naar andere talen: • opponeren > ENopponeren > ESopponeren > FR
Vertalingen opponeren NL>DE
opponeren (ww.) opponieren (ww.) ; widersprechen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `opponeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: tegenspreken
NL: tegenwerpen