Vertaal
Naar andere talen: • opdrinken > ENopdrinken > ESopdrinken > FR
Vertalingen opdrinken NL>DE
opdrinken (ww.) austrinken (ww.) ; leer trinken (ww.) ; leeren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `opdrinken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: ledigen
NL: leegdrinken
NL: leegmaken
NL: opslorpen
NL: uitdrinken