Vertalingen opborrelen NL>DE
opborrelen (ww.) | aufsprudeln (ww.) ; hervorquellen (ww.) ; hervorsprudeln (ww.) |
opborrelen (werkw.) | aufbrodeln ; aufsprudeln |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `opborrelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: opkomenNL: opwellen