Vertalingen ontraadselen NL>DE
ontraadselen (ww.) | erkunden (ww.) ; zupfen (ww.) ; zerfasern (ww.) ; trennen (ww.) ; teilen (ww.) ; stochern (ww.) ; sortieren (ww.) ; selektieren (ww.) ; sammeln (ww.) ; rupfen (ww.) ; klauben (ww.) ; herausbringen (ww.) ; forschen (ww.) ; erforschen (ww.) ; entziffern (ww.) ; entknoten (ww.) ; deuten (ww.) ; aussuchen (ww.) ; aussondern (ww.) ; auskundschaften (ww.) ; ausknobeln (ww.) ; ausfasern (ww.) ; aufknoten (ww.) |
ontraadselen | enträtseln ; entschlüsseln |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ontraadselen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: achterhalenNL: ontcijferenNL: ontknopenNL: ontrafelenNL: ontwarrenNL: oplossenNL: uitpluizenNL: uitrafelenNL: uitvezelenNL: uitzoeken