Vertaal
Naar andere talen: • omarmen > ENomarmen > ESomarmen > FR
Vertalingen omarmen NL>DE

omarmen

werkw.
Uitspraak:  [ɔɑrmə(n)]
Verbuigingen:  omarmde (verl.tijd ) heeft omarmd (volt.deelw.)

1) (iemand) met je beide armen vasthouden - umarmen

2) (een idee of plan) graag aanvaarden - begrüßen , annehmen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
omarmen (ww.) umarmen (ww.) ; umschlingen (ww.)
omarmen (werkw.) umarmen
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `omarmen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: accepteren
NL: drukken
NL: omhelzen
NL: omstrengelen
NL: samentrekken