nogal

bijwoord

Uitspraak:

[nɔˈxɑl]

enigszins - ganz , ziemlich

nogal koud voor de tijd van het jaar - ziemlich kalt für diese Jahreszeit Het valt nogal mee. - Es ist nicht ganz so schlimm.

© K Dictionaries Ltd.

nogal (bijwoord)	ziemlich
nogal	angemessen ; anständig ; beträchtlich ; erheblich ; ganz ; natürlich ; relativ ; verhältnismäßig ; ziemlich

Bronnen: Wiktionary; interglot




NL: beetje
NL: behoorlijk
NL: enigszins
NL: redelijk
NL: tamelijk
NL: wat
NL: weinig

NL: nogal erg veel DE: reichlich viel
NL: het gaat nogal DE: es geht so ziemlich, leidlich
NL: nogal eens DE: manchmal, öfters, nicht selten
NL: nogal niet veel DE: nicht sehr viel
NL: hij is nogal niet dom DE: zum Glück ist er nicht dumm, (iron.) als ob er nicht dumm wäre!