Vertalingen magerheid NL>DE
de magerheid (v) | die Dünne ; die Dürftigkeit ; die Hagerkeit ; die Kargheit ; die Magerheit ; die Magerkeit ; die Ärmlichkeit |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `magerheid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dun zijnNL: ielheidNL: magerteNL: schraalheid