Vertalingen maaien NL>DE
maaien
werkw.
Uitspraak: | ['majə(n)] |
Verbuigingen: | maaide (verl.tijd ) heeft gemaaid (volt.deelw.) |
(gras) afsnijden met een machine -
abmähen , mähen , sensen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
maaien (ww.) | mähen (ww.) |
maaien (werkw.) | mähen |
het maaien | das Schneiden |
maaien | Maehen ; Mahd ; Mähen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `maaien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afsnijdenNL: ergernisNL: gemaaiNL: oogstenNL: pesterijNL: scherenNL: snoei