lonen

werkw.

Uitspraak:	[ˈlonə(n)]
Verbuigingen:	loonde (verl.tijd ) heeft geloond (volt.deelw.)

meer opleveren dan het kost - lohnen

Je hypotheek oversluiten tegen een lagere rente is niet lonend als je een hoge boeterente moet betalen. - Es lohnt sich nicht, eine Hypothek zu einer Hypothek mit niedrigen Zinsen umzuschulden, wenn man eine hohe Vorfälligkeitsentschädigung zahlen muss. Het loont de moeite niet. - Das ist die Mühe nicht wert.

© K Dictionaries Ltd.

lonen (ww.)	lohnen (ww.)
lonen	Bruttolöhne und -gehälter

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: belonen
NL: opwegen tegen

NL: het loont de moeite DE: es lohnt (s.) die Mühe
NL: het loont de moeite niet DE: es verlohnt die Mühe nicht
NL: het loont de moeite niet erheen te gaan DE: es verlohnt sich nicht hinzugehen