Vertalingen landerig NL>DE
landerig | kraftlos ; lustlos ; mißvergnügt ; schlapp ; unzufrieden ; verdrießlich ; verdrossen ; übler Laune ; ärgerlich |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `landerig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: energieloosNL: futloosNL: lamlendigNL: lusteloosNL: slapNL: vervelend