Vertalingen knel NL>DE
I knel
zelfst.naamw.
1) deel van de uitdrukking: -
in de knel zitten (=(tussen iets) vastzitten) - eingeklemmt sein
Bij grote druk komen de zenuwen in de knel te zitten. - Bei großem Stress wird man nervös.
|
2) deel van de uitdrukking: -
in de knel zitten (=problemen hebben) - in der Klemme sitzen
Door de stijgende huizenprijzen raken starters op de woningmarkt steeds meer in de knel. - Durch die steigenden Häuserpreise geraten junge Hauskäufer stets mehr in Bedrängnis.
|
II knel
bijv.naamw.
deel van de uitdrukking: -
knel zitten (=(tussen iets) vastzitten) - eingeklemmt sein
Er zat een vrouw knel tussen de deuren van de metro. - Eine Frau war zwischen den Türen der U-Bahn eingeklemmt.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de knel | die Klemme |
knel | eingeklemmt |
Voorbeeldzinnen met `knel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beklemmingNL: bekneldNL: knoeiUitdrukkingen en gezegdes
NL: in de
knel zitten
DE: in der Klemme sitzen