Vertalingen knaap NL>DE
de knaap
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [knap] |
Verbuigingen: | knapen (meerv.) |
1) jongen -
junger Kerl (der ~), Bursche (der ~) In het dorp is gisteren een 17-jarige knaap gearresteerd. - Im Dorf wurde gestern ein 17-jähriger Bursche verhaftet. |
2) een in zijn soort groot exemplaar -
Riese (der ~) Hij heeft twee knapen van jongens. - Er hat zwei Riesen als Söhne. een knaap van een fout - ein dicker Fehler |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de knaap (m) | der Knabe ; der Knappe ; der Koloß ; das Monstrum ; der Riese ; das Ungetüm |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `knaap`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beschermerNL: flinkeNL: gevaarteNL: jochieNL: joekNL: joekelNL: kanjerNL: kerelNL: knoertNL: kokker