Vertalingen klinkklaar NL>DE
klinkklaar | bar ; ehrlich ; einfach ; geradeweg ; glatt ; lauter ; pur ; rein ; rundheraus ; sauber ; schier ; unverfälscht ; wahr |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `klinkklaar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: baarNL: baarlijkNL: gewoonwegNL: puurNL: rechttoeNL: regelrechtNL: reinNL: ronduitNL: zuiverUitdrukkingen en gezegdes
NL: klinkklare onzin
DE: barer Unsinn