Vertalingen klem NL>DE
I klem
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [klɛm] |
Verbuigingen: | klemmen (meerv.) |
1) voorwerp waarmee je iets kunt vastzetten of vangen -
Klemme (die ~), Spange (die ~) je haar met een klem omhoog houden - das Haar mit einer Spange hochhalten wielklem - Radklemme mollenklem - Maulwurfsfalle |
2) deel van de uitdrukking: -
met klem (=met nadruk) - mit Betonung
Ze zei me met klem daar goed op te letten en voorzichtig te zijn. - Sie bat mich mit Nachdruck, da gut aufzupassen und vorsichtig zu sein.
|
II klem
bijv.naamw.
1) als iets of iemand helemaal vastzit en niet los kan komen -
eingeklemmt Mijn voet zit klem tussen de deur. - Mein Fuß ist zwischen der Türe eingeklemmt. |
2) deel van de uitdrukking: -
zich klem zuipen (=heel veel sterkedrank drinken) - sich volllaufen lassen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
klem (znw.) | der Zapfen ; der Bolz ; die Feder ; der Flaum ; der Griffel ; der Keil ; die Klammer ; der Klammerhaken ; die Klemme ; der Klemmhefter ; die Nadel ; der Nagel ; der Pflock ; der Stift ; die Zange |
de klem (v) | Klemmschelle |
de klem | die Klemme ; die Klammer |
klem | verklemmt ; Wundstarrkrampf ; Werkstückspanner ; Klemme ; Anschlussklemme ; Anschlußpunkt ; Anschlußstück ; Backe ; Befestigungsbügel ; Bügel ; Drahtöse ; festsitzend ; Klammer ; Anschluß ; Klemmschaltung ; Laschenverbindung ; Nasenzange ; Pol ; Schlauchklemme ; Spange ; Spannbacke ; Spannbügel ; Tetanus |
Bronnen: interglot; cibg.be; Diving dictionary; Wiktionary; mwb; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `klem`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aandrangNL: in de knelNL: in de knoeiNL: klemhaakNL: knelNL: penNL: pinNL: tangNL: tetanusUitdrukkingen en gezegdes
NL: klem zitten
DE: verklemmt seinNL: in de
klem zitten
DE: in der Klemme sitzenNL: aan de woorden
klem bijzetten
DE: den Worten Nachdruck gebenNL: met
klem van redenen
DE: mit triftigen Gründen