Vertalingen kast NL>DE
kast
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [kɑst] |
Verbuigingen: | kasten (meerv.) |
meubel om spullen in te bewaren -
Schrank (der ~), Spind (der ~), Kasten (der ~) boekenkast - Bücherschrank linnenkast - Wäscheschrank archiefkast - Archivschrank |
alles uit de kast halen (=alles doen wat je kunt) - das Äußerte herausholen
|
op de kast jagen (=(iemand) plagen en een beetje boos maken) - (jemanden) auf die Palme bringen
|
van het kastje naar de muur gestuurd worden (=(voor een dienst of hulp) met bureaucratisch gedoe te maken krijgen) - von Pontius nach Pilatus geschickt werden
|
een kast van een huis (=een heel groot huis) - ein riesiger Kasten
|
uit de kast komen (=laten blijken dat je homoseksueel bent) - sich outen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de kast (m) | das Gehäuse |
de kast | der Kasten ; das Schränkchen ; der Schrein ; der Schrank ; das Kästchen ; die Kisten ; die Kiste ; das Kistchen ; der Bau |
kast | Gehaeuse ; Wandschrank ; Verschlag ; Uhrengehaeuse ; Signalwiederholerkästchen ; Schrank ; Kasten |
Bronnen: Diving dictionary; Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `kast`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bakNL: bergmeubelNL: gevangenisNL: kabinetjeNL: kastjeNL: komNL: kuipUitdrukkingen en gezegdes
NL: een oude
kast
DE: ein alter Kasten