Vertalingen interneren NL>DE
interneren (ww.) | einpferchen (ww.) ; einschließen (ww.) ; einsperren (ww.) ; festsetzen (ww.) ; gefangenhalten (ww.) ; internieren (ww.) |
interneren (werkw.) | internieren |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `interneren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gevangen zettenNL: isolerenNL: opsluiten