Vertalingen inspreken NL>DE
inspreken
werkw.
Uitspraak: | [ˈɪnsprekə(n)] |
Verbuigingen: | sprak in (verl.tijd ) heeft ingesproken (volt.deelw.) |
iets zeggen tegen een apparaat dat je woorden opneemt -
auf Band sprechen het antwoordapparaat van je telefoon inspreken om te laten weten dat je er niet bent - auf das Band des Anrufbeantworters sprechen, um mitzuteilen, dass man nicht zu Hause ist na de piep een boodschap inspreken om je afwezige vriend te laten weten waarvoor je belt - nach dem Piepton eine Nachricht aufs Band sprechen, um den abwesenden Freund wissen zu lassen, warum man anruft |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
inspreken (ww.) | einsprechen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `inspreken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: opnemen