1. MWB
  2. Vertalen
  3. inrichten (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • inrichten > EN • inrichten > ES • inrichten > FR
Vertalingen inrichten NL>DE

inrichten

werkw.
Uitspraak:  [ˈɪnrɪxtə(n)]
Verbuigingen:  richtte in (verl.tijd ) heeft ingericht (volt.deelw.)

(een gebouw) geschikt maken voor gebruik - einrichten
een huis inrichten - ein Haus einrichten
een goed ingericht ziekenhuis - ein gut eingerichtetes Krankenhaus

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
inrichten (ww.) ausstatten (ww.) ; möblieren (ww.) ; installieren (ww.) ; festlegen (ww.) ; errichten (ww.) ; erbauen (ww.) ; einsetzen (ww.) ; einrichten (ww.) ; bauen (ww.) ; aufstellen (ww.) ; aufbauen (ww.)
inrichten (werkw.) einrichten
inrichten (richten) einrichten
het inrichtendie Wonungsausstattung ; die Wohnungseinrichting ; die Innenausstattung
inrichten Einrichtungsplan
Bronnen: interglot; Wiktionary; A.M.T.S.; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `inrichten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanleggen
NL: arrangeren
NL: ingericht
NL: inrichting
NL: installeren
NL: meubileren
NL: opstellen
NL: woningdecoratie
NL: woninginrichting