Vertalingen innerlijk NL>DE
I het innerlijk
zelfst.naamw.
wat je voelt en denkt -
Innere (das ~) II innerlijk
bijv.naamw.
in iemands geest, in wat je denkt en voelt -
innere , innerlich innerlijke rust hebben - innere Ruhe haben |
innerlijke beschaving (=natuurlijk gevoel voor wat beschaafd is) - innerer Anstand
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het innerlijk | geistig ; das Innere ; innerlich ; inwendig ; die Psyche ; seelisch ; spirituell |
Bronnen: mwb; interglot
Voorbeeldzinnen met `innerlijk`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: binnensteNL: geestNL: geestelijkNL: gemoedNL: hartNL: internNL: intrinsiekNL: inwendigNL: psycheNL: zelfUitdrukkingen en gezegdes
NL: inner (niet als naamw. deel van gez. en als bw)
DE: innerlichNL: innerlijk en uiterlijk
DE: innerlich und äußerlichNL: innerlijke waarde
DE: innerer WertNL: innerlijk leven
DE: Innenleben