Vertaal
Naar andere talen: • imponeren > ENimponeren > ESimponeren > FR
Vertalingen imponeren NL>DE

imponeren

werkw.
Uitspraak:  [ɪmpoˈnerə(n)]
Verbuigingen:  imponeerde (verl.tijd ) heeft geïmponeerd (volt.deelw.)

grote indruk maken op (iemand) - beeindrucken , imponieren
De hoogspringer imponeerde de toeschouwers met zijn record. - Der Hochspringer imponierte den Zuschauern mit seinem Rekord.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
imponeren (ww.) beeindrucken (ww.) ; imponieren (ww.)
imponeren (werkw.) imponieren
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `imponeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: ontzag inboezemen