Vertaal
Naar andere talen: • impliceren > ENimpliceren > ESimpliceren > FR
Vertalingen impliceren NL>DE

impliceren

werkw.
Uitspraak:  [ɪmpliˈserə(n)]
Verbuigingen:  impliceerde (verl.tijd ) heeft geïmpliceerd (volt.deelw.)

betekenen - beweisen , implizieren
Dat ze dit probleem kon oplossen impliceert dat ze intelligent is. - Dass sie dieses Problem lösen konnte, beweist ihre Intelligenz.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
impliceren (ww.) implizieren (ww.) ; zur Folge haben (ww.)
impliceren (werkw.) implizieren
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `impliceren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: betekenen
NL: inhouden