Vertalingen Hun NL>DE
hun
pronoun
1) <je zegt dit als iets van meer mensen is>
-
ihr De buren hebben hun huis verkocht. - Die Nachbarn haben ihr Haus verkauft. |
2) <je zegt dit als je over meer mensen praat>
aan of voor betrokkenen -
ihnen Ik heb hun mijn huisadres gegeven. - Ich habe ihnen meine Hausanschrift gegeben. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de Hun (m) | der Hunne |
Hun | ihnen ; sie ; die Hunnin ; ihr ; ihre |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `Hun`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: henNL: mofUitdrukkingen en gezegdes
NL: (ze waren) met
hun zessen
DE: zu sechst, ihrer sechs