Vertalingen hek NL>DE
het hek
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [hɛk] |
| Verbuigingen: | hekken (meerv.) |
1) afscheiding van hout of metaal -
Zaun (der ~) | Om het weiland staat een hek omdat anders de koeien weglopen. - Um die Weide herum befindet sich ein Zaun, sonst könnten die Kühe weglaufen. |
Nu is het hek van de dam! (=nu gaat het helemaal mis) - Jetzt geht alles drunter und drüber.
|
2) beweegbare afscheiding waar je doorheen kunt gaan -
Gatter (das ~), Tor (das ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het hek | die Abtrennung ; das Drahtgitter ; der Fence ; die Fenz ; der Gatter ; der Gitterzaun ; der Hag ; das Heck ; der Zaun |
| hek | Gitter ; Grenzzaun ; Heck ; Rain ; Schachtsperre |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Bouwtermen; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `hek`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afkeerNL: afrasteringNL: afscheidingNL: afsluitingNL: antipathieNL: aversieNL: deurNL: hekwerkNL: tegenzinNL: weerzinUitdrukkingen en gezegdes
NL: het
hek sluiten
DE: (figuurlijk) die Reihe schließenNL: het
hek is van de dam
DE: das Feld ist frei, (er is geen houden meer aan) es ist kein Halten mehr, (alle misbruiken kunnen insluipen) da ist allem Unfug Tür und Tor geöffnetNL: de
hekken zijn verhangen
DE: das Blättchen hat sich gewendet DE: (van schip) Heck (das)