Vertalingen grinniken NL>DE
grinniken
werkw.
| Uitspraak: | [ˈxrɪnəkə(n)] |
| Verbuigingen: | grinnikte (verl.tijd ) heeft gegrinnikt (volt.deelw.) |
zachtjes lachen met een grijns -
in sich hinein lachen , kichern grinniken om een grapje - über einen Witz kichern
Zit niet zo stom te grinniken! - Kicher nicht so blöd! |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| grinniken (ww.) | glucksen (ww.) ; grinsen (ww.) ; kichern (ww.) ; schmunzeln (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `grinniken`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ginnegappenNL: gniffelenNL: proesten
