Vertalingen getjilp NL>DE
het getjilp | das Gepfeife ; das Gepiepe ; das Getschilp ; das Gezwitscher ; das Trillern ; das Zwitschern |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `getjilp`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gekwetterNL: gepiepNL: getierelierNL: tjilpen