Vertaal
Naar andere talen: • geloven > ENgeloven > ESgeloven > FR
Vertalingen geloven NL>DE

geloven

werkw.
Uitspraak:  [xəˈlovə(n)]
Verbuigingen:  geloofde (verl.tijd ) heeft geloofd (volt.deelw.)

1) de overtuiging hebben dat iets waar is - glauben
Ik geloof er niets van. - Davon glaube ich nichts.
uitdrukking iemand op zijn woord geloven
uitdrukking Je zult eraan geloven.

2) denken dat er een opperwezen bestaat - glauben
Zij gelooft niet meer sinds haar zestiende.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
geloven (ww.) annehmen (ww.) ; denken (ww.) ; glauben (ww.) ; schätzen (ww.)
geloven (werkw.) glauben
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `geloven`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aannemen
NL: ervan uitgaan
NL: vertrouwen
NL: wanen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: iemand, iets geloven DE: (vertrouwen schenken aan) einem, einer Sache glauben
NL: iets geloven, (voor waar houden) DE: etwas (4) glauben
NL: zijn ogen niet kunnen geloven DE: seinen Augen nicht trauen können
NL: geloven aan (in) DE: glauben an (4)
NL: iets van iemand geloven DE: (van hem aannemen) einem etwas glauben, (hem tot zo iets in staat achten) etwas von einem glauben
NL: geloof (dat van) me! DE: glaube mir das!
NL: (hij wil) mij doen geloven dat... DE: mich glauben machen daß...
NL: dat zou ik geloven DE: das will ich glauben
NL: ik geloven van wel DE: ich glaube ja
NL: hij heeft eraan moeten geloven DE: er hat daran glauben müssen