Vertalingen feesten NL>DE
feesten (ww.) | einFestfeiern (ww.) ; feiern (ww.) ; zelebrieren (ww.) |
feesten | ein Fest feiern |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `feesten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: celebrerenNL: feestvierenNL: fêterenNL: fuivenNL: uitspattenNL: vieren