Vertalingen flard NL>DE
flard
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [flɑrt] |
Verbuigingen: | flarden (meerv.) |
los deel -
Fetzen (der ~) Haar jurk was helemaal aan flarden gescheurd. - Ihr Kleid war vollständig zerfetzt. Ik kon slechts flarden van het gesprek horen. - Ich konnte nur Gesprächsfetzen hören. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de flard | der Fetzen ; der Flicken ; der Flicklappen ; der Lappen ; der Lumpen ; das Läppchen ; der Stoffetzen ; der Stofflappen ; das wertlose Zeug ; der Wisch |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `flard`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: deelNL: flenterNL: hompNL: lapNL: lorNL: prulNL: vodNL: vodjeUitdrukkingen en gezegdes
NL: aan
flarden scheuren
DE: in Fetzen reißen