Vertalingen feestmaal NL>DE
het feestmaal
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈfestmal] |
| Verbuigingen: | feestmaalmalen (meerv.) |
maaltijd om iets te vieren -
Bankett (das ~), Festessen (das ~), Festschmaus (der ~) | een feestmaal aanrichten - ein Festessen anrichten |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het feestmaal | das Bankett ; das Festessen ; das festliche Essen ; das Festmahl ; das Galadiner |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `feestmaal`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: banketNL: feestdinerNL: feestdisNL: festijnNL: galadinerNL: smulpartij