Vertalingen ezel NL>DE
de ezel
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | ['ezəl] |
Verbuigingen: | ezels (meerv.) |
de ezelin
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | ['ezəlɪn] |
Verbuigingen: | ezelnen (meerv.) |
1) grijs hoefdier dat op een paard lijkt, met lange oren en een kwastje aan zijn staart dat vaak als lastdier wordt gebruikt -
Esel/-in (die/der ~) zo koppig als een ezel (=erg koppig) - so stur wie ein Esel
|
Een ezel stoot zich in het algemeen, niet twee keer aan dezelfde steen. (=wie zijn fouten herhaalt, is dommer dan een ezel) - Ein Esel stößt sich im Allgemeinen nicht zweimal an derselben Stelle.
|
2) dom persoon -
Esel (der ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de ezel (m) | der Esel ; die Eselin ; das Grauchen ; das Grautier ; die Staffelei |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `ezel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: brandkastNL: domoorNL: schildersezelNL: winkellaUitdrukkingen en gezegdes
NL: een
ezel stoot z. geen tweemaal aan d
ezelfde steen
DE: gebranntes Kind scheut das Feuer