Vertaal
Naar andere talen: • elkaar > ENelkaar > ESelkaar > FR
Vertalingen elkaar NL>DE

elkaar

pronoun
Uitspraak:  [ɛlˈkar]

1) <woord waarmee je aangeeft dat de een naar de ander hetzelfde doet als de ander naar de een>
- einander
elkaar een zoen geven - sich einen Kuss geben
elkaar helpen - einander helfen

2) <woord zonder eenduidige betekenis, vaak in combinatie met een voorzetsel>
- einander
uitdrukking achter elkaar
uitdrukking bij elkaar
uitdrukking door elkaar gaan
uitdrukking de dingen door elkaar halen
uitdrukking iets uit elkaar halen
uitdrukking iets in elkaar zetten
uitdrukking dat komt voor elkaar
uitdrukking uit elkaar gaan

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
elkaar einander ; mit einander ; miteinander ; euch ; sich ; uns
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `elkaar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: elkander
NL: mekaar

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: zij houden van elkaar DE: sie lieben einander, lieben (das)
NL: (wij schrijven) elkaar DE: einander, uns
NL: zij geven elkaar (de schuld) DE: sie geben einander, geben sich gegenseitig, einer gibt dem andern
NL: (zij spelen) met elkaar DE: miteinander
NL: de heren namen elkaars regenjassen mee DE: die Herren nahmen einer des andern Regenmantel mit
NL: (zij hebben) elkaars regenjassen (verwisseld) DE: ihre Regenmäntel
NL: zij zijn elkaars vrienden DE: sie sind Freunde
NL: helpt elkaars lasten dragen! DE: helft einander eure Lasten tragen!
NL: aan elkaar grenzen DE: aneinandergrenzen, (van twee percelen) zusammenstoßen
NL: aan elkaar groeien DE: zusammenwachsen
NL: (alles) bij elkaar doen DE: zusammentun
NL: bij elkaar zitten DE: beisammensitzen
NL: door elkaar genomen DE: eins ins andre gerechnet
NL: (kamers die) in elkaar lopen DE: ineinandergehen
NL: in elkaar zakken DE: zusammenbrechen
NL: dat zit goed in elkaar DE: das hat Hand und Fuß
NL: (iets) voor elkaar krijgen DE: fertig bringen