Vertaal
Naar andere talen: • eigenaar > ENeigenaar > ESeigenaar > FR
Vertalingen eigenaar NL>DE

de eigenaar

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  ['ɛixənɑr]
Verbuigingen:  -s, -naren (meerv.)

de eigenares

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  [ɛixənaˈrɛs]
Verbuigingen:  -sen, -ses (meerv.)

iemand die iets bezit - Eigentümer/-in (die/der ~), Besitzer/-in (die/der ~), Inhaber/-in (die/der ~)
de rechtmatige eigenaar van de portemonnee - der rechtmäßige Eigentümer des Portemonnaies

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de eigenaar (m) der Besitzer ; die Besitzerin ; der Eigentümer ; der Inhaber ; die Inhaberin ; der Lizenzinhaber
de eigenaarder Eigentümer
eigenaar Besitzer ; Eigentümer ; Eigentümer einer Sache ; Hauswirt
Bronnen: interglot; Wiktionary; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `eigenaar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: baas
NL: bezitter
NL: drager
NL: hou
NL: houder

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: eigenaar van een landgoed DE: Gutsbesitzer
NL: eigenaar van een zaak DE: Geschäftsinhaber