Vertalingen echec NL>DE
het echec | der Fehler ; der Fehlschlag ; das Fiasko ; der Reinfall ; das Scheitern |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `echec`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afgangNL: fiascoNL: flauwteNL: flopNL: klapNL: mislukkingNL: misserNL: nederlaagNL: pantoffelUitdrukkingen en gezegdes
NL: een
echec lijden
DE: eine Schlappe erleiden, (mislukken) scheitern, fehlschlagen