Vertalingen dupe NL>DE
de dupe
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈdypə] |
Verbuigingen: | dupes (meerv.) |
deel van de uitdrukking: -
de dupe zijn van (=nadeel hebben van (een specifieke oorzaak)) - der Düpierte sein
de dupe zijn van de bezuinigingen - durch die Einsparungen das Nachsehen haben
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de dupe | der Dumme ; der Düpierte ; der Geschädigte ; der Geschädigter ; die Leidtragende ; der Leidtragender ; das Opfer |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `dupe`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: lulNL: pieneutNL: pineutNL: sigaarUitdrukkingen en gezegdes
NL: ik word er weer de
dupe van
DE: ich muß es wieder entgeltenNL: (jij hebt het gedaan maar) ik word er de
dupe van
DE: ich muß es ausbaden