Vertalingen drol NL>DE
de drol
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [drɔl] |
| Verbuigingen: | drollen (meerv.) |
hoopje poep -
(Kot-)Haufen (der ~) | hondendrol - Hundehaufen |
een drol van een ... (=<dit zeg je als je heel negatief over iets denkt>) - ein Scheiß- .../eine Scheiß- .../ein Scheiß- ...
een drol van een film - ein Scheißfilm
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de drol (m) | der Bausch ; das Dickerchen ; der Dickwanst ; der Dreckskerl ; der Fettsack ; die Fettsäcke ; der Haufen ; die kleine und dicke Person ; der Kot ; die Kugel ; der Pfropf ; die Scheißbolle ; der Scheiße ; die Scheiße |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `drol`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dreumesNL: hoopNL: kakNL: keutNL: kort en dik persoonNL: onderkruipselNL: poepNL: propjeNL: stuk poepNL: uitwerpsel