Vertalingen doordouwen NL>DE
doordouwen (ww.) | betreiben (ww.) ; durchdringen (ww.) ; durchhalten (ww.) ; durchsetzen (ww.) ; einimpfen (ww.) ; einpfeffern (ww.) ; einprägen (ww.) ; einschneiden (ww.) ; einschärfen (ww.) ; festhaken (ww.) ; fortsetzen (ww.) ; hämmern (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `doordouwen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: doorzettenNL: drussen