Vertalingen dokteren NL>DE
| dokteren (ww.) | doktern (ww.) |
| het dokteren | die Doktoren |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `dokteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: oplappenNL: sleutelenUitdrukkingen en gezegdes
NL: ergens aan
dokteren
DE: an etwas (3) herumdoktern