Vertaal
Naar andere talen: • culmineren > ENculmineren > ESculmineren > FR
Vertalingen culmineren NL>DE
culmineren (ww.) gipfeln (ww.) ; kulminieren (ww.) ; münden (ww.) ; sichergeben (ww.) ; zur Folge haben (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `culmineren`
Voorbeeldzinnen laden....