Vertalingen compliceren NL>DE
compliceren (ww.) | erschweren (ww.) ; komplizieren (ww.) ; verwickeln (ww.) |
compliceren (werkw.) | komplizieren |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `compliceren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bemoeilijkenNL: moeilijk maken