1. MWB
  2. Vertalen
  3. chauffeur (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • chauffeur > EN • chauffeur > ES • chauffeur > FR
Vertalingen chauffeur NL>DE

de chauffeur

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ʃoˈfør]
Verbuigingen:  chauffeurs (meerv.)

de chauffeuse

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  [ʃoˈføzə]
Verbuigingen:  chauffeurs (meerv.)

iemand die een auto bestuurt - Fahrer/-in (die/der ~)
buschauffeur - Busfahrer

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de chauffeur (m) Chauffeur ; der Chauffeur ; Fahrer ; der Fahrer ; der Frachtführer ; der Fuhrmann ; der Führer ; der Lenker ; der Reiter ; der Wagenführer
chauffeur Fahrer ; Kraftfahrer
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `chauffeur`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bestuur
NL: bestuurder
NL: rij
NL: rijder
NL: wagenbestuurder

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: auto's zonder chauffeur DE: Autoverleih (m) an Selbstfahrer