Vertalingen chargeren NL>DE
chargeren (ww.) | anklagen (ww.) ; anschuldigen (ww.) ; beschuldigen (ww.) |
chargeren (werkw.) | angreifen ; attackieren ; belasten ; chargieren ; übertreiben |
chargeren | Beschicken ; Einsetzen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `chargeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanvallenNL: overdrijven