Vertalingen bulderen NL>DE
bulderen
werkw.
Uitspraak: | [ˈbʏldərə(n)] |
Verbuigingen: | bulderde (verl.tijd ) heeft gebulderd (volt.deelw.) |
luid dreunend geluid maken -
dröhnen , toben De wind buldert. - Der Wind tobt. met bulderende stem - mit dröhnender Stimme bulderen van het lachen - toben vor Lachen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bulderen (ww.) | brüllen (ww.) ; herausschreien (ww.) ; johlen (ww.) ; kläffen (ww.) ; lärmen (ww.) ; poltern (ww.) ; schreien (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bulderen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blaffenNL: brullenNL: daverenNL: dreunenNL: schreeuwen