Vertaal
Naar andere talen: • brand > ENbrand > ESbrand > FR
Vertalingen brand NL>DE

de brand

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [brɑnt]
Verbuigingen:  branden (meerv.)

keer dat vuur iets verbrandt - Feuer (das ~), Brand (der ~)
in brand staan - in Flammen stehen
Er is brand uitgebroken. - Es ist ein Brand ausgebrochen.
bosbranden - Waldbrände

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de brand (m) der Brand ; das Feuer ; das Feuermeer ; die Flamme ; das Flammenmeer
brand Brand ; Branden ; Feuersbrunst ; Getreidebranden ; Verbrennung ; Zwiebelbrand
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `brand`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: fik
NL: hens
NL: narigheid
NL: vuur

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: er is brand DE: es brennt
NL: brand! DE: Feuer!, feurio!
NL: de plaats van de brand DE: Feuerstätte, Brandstätte (die)
NL: (iets) in brand steken DE: in Brand setzen
NL: in de brand zitten DE: in der Klemme sitzen
NL: Iemand uit de brand helpen DE: einem aus der Klemme helfen