Vertaal
Vertalingen bijeenzamelen NL>DE
bijeenzamelen (ww.) ansammeln (ww.) ; sammeln (ww.) ; versammeln (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `bijeenzamelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: opeenhopen
NL: oppotten
NL: sparen
NL: vergaren
NL: verzamel
NL: verzamelen