Vertalingen bevoegdheid NL>DE
de bevoegdheid
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [bə'vuxthɛit] |
Verbuigingen: | bevoegdheden (meerv.) |
officieel erkend recht iets te doen -
Befugnis (die ~), Qualifikation (die ~) een leraar met eerstegraads bevoegdheid (=een leraar die in de hoogste klassen van het voortgezet onderwijs mag lesgeven) - ein Lehrer mit der Qualifikation, Unterricht in der Oberstufe geben zu dürfen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de bevoegdheid (v) | die Autorität ; die Befugnis ; das Befugt sein ; die Kompetenz ; die Zuständigkeit |
bevoegdheid | Befugnis ; Befugnis, Zuständigkeit ; Kompetenz ; Zeichnungsbefugnis |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bevoegdheid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: autorisatieNL: bevoegd zijnNL: competentieNL: jurisdictieNL: machtNL: rechtUitdrukkingen en gezegdes
NL: bevoegdheid tot het geven van onderwijs
DE: Lehrbefähigung (die)NL: bevoegdheid tot lesgeven
DE: Lehrberechtigung (die)