Vertaal
Naar andere talen: • bevelhebber > ENbevelhebber > ESbevelhebber > FR
Vertalingen bevelhebber NL>DE

de bevelhebber

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [bəˈvɛlhɛbər]
Verbuigingen:  bevelhebbers (meerv.)

aanvoerder van het leger - Kommandant (der ~), Befehlshaber (der ~)

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de bevelhebber (m) die Anführer ; die Anführerin ; der Führer ; der Geschützführer ; der Gewalthaber ; der Hauptmann ; die Hauptmänner ; der Herrscher ; der Kapitän ; der Kommandant ; der Kommandeur ; der Schiffskapitän
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `bevelhebber`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanvoer
NL: aanvoerder
NL: baas
NL: beheerser
NL: commandant
NL: gebie
NL: gebieder
NL: kapitein
NL: meester
NL: overste