Vertalingen betreuren NL>DE
betreuren
werkw.
Uitspraak: | [bəˈtrørə(n)] |
Verbuigingen: | betreurde (verl.tijd ) heeft betreurd (volt.deelw.) |
verdriet, spijt voelen over -
beklagen , bedauern na de aardbeving vele doden betreuren - nach dem Erdbeben viele Tote beklagen de vergissingen betreuren - die Versehen bedauern |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
betreuren (ww.) | bedauern (ww.) ; beklagen (ww.) ; bereuen (ww.) ; betrauern (ww.) ; beweinen (ww.) ; etwas bedauern (ww.) ; leid tun (ww.) ; leidtun (ww.) |
betreuren (werkw.) | bedauern |
Bronnen: Trueterm; interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `betreuren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: jammer vindenNL: spijten