Vertalingen bespikkelen NL>DE
bespikkelen (ww.) | sprenkeln (ww.) ; tüpfeln (ww.) |
bespikkelen | aufspritzen ; marmorieren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bespikkelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bevlekkenNL: fleckerNL: spatNL: spikkelNL: sproetNL: stippelenNL: vlek